Persoonlijkheids­problematiek - NPI (2024)

Sommige mensen voelen zich angstig, geremd of onzeker. Anderen zijn somber, ongelukkig of twijfelen aan alles. Het kan in relaties en/of werk mislopen, zonder dat je daar veel grip op hebt. Of je hebt een belangrijk persoon verloren en het lukt na een tijdje niet om het leven weer op te pakken. Wanneer vraag je het NPI om hulp?

  • Je hebt last van terugkerende somberheid of angst. Je bent hiervoor al eerder in behandeling geweest, met onvoldoende resultaat.
  • Je hebt last van telkens dezelfde soort problemen in relaties met andere mensen of met jezelf.

Kun je door deze klachten of problemen je dagelijkse dingen minder goed doen? Dan kan behandeling bij het NPI helpen. Wij behandelen mensen met persoonlijkheidsproblemen en persoonlijkheidsstoornissen. Deze problemen gaan vaak samen met bijvoorbeeld depressie, angsten of last blijven houden van nare gebeurtenissen uit het verleden.

Wat is een persoonlijkheidsstoornis?

Als je een persoonlijkheidsstoornis hebt, kun je de dingen niet doen zoals je zelf zou willen. Je hebt bijvoorbeeld erg last van negatieve gedachten over jezelf, je voelt je snel angstig in contacten met anderen of je reageert veel te impulsief: plotseling, zonder nadenken. Een persoonlijkheidsstoornis geeft vaak problemen in hoe je met anderen omgaat. Het kan ook zijn dat je alles veel te sterk voelt. Of juist te weinig voelt, terwijl anderen dat wel verwachten.

Heb ik een persoonlijkheidsprobleem?

Veel mensen met een persoonlijkheidsprobleem beseffen niet dat ze een probleem hebben. Vaak denken ze dat het zo hoort. Het gaat vaak om dingen die iedereen heeft, ze zijn alleen veel te sterk. Bijvoorbeeld jaloezie, bindingsangst, impulsief zijn, afhankelijk zijn, perfectionisme, vaak ruzie hebben, telkens kritiek krijgen van anderen, enzovoort. Iemand met een gezonde persoonlijkheid kan zich aanpassen aan verschillende situaties. Voor mensen met persoonlijkheidsproblemen is dat vaak heel lastig. Dat maakt het moeilijk om de dagelijkse dingen te doen en met andere mensen om te gaan.

Wil je weten of je een persoonlijkheidsprobleem hebt? Beantwoord deze vragen:

  1. Vind je het al langere tijd moeilijk om relaties te beginnen en vast te houden?
  2. Vind je het meestal moeilijk om met je gevoelens om te gaan of maat te houden in je gevoelens?
  3. Heb je meestal een negatief gevoel over jezelf of over anderen?
  4. Heb je meestal het gevoel dat je op verschillende gebieden vastloopt in je leven?
  5. Heb je in het verleden al verschillende behandelingen voor je klachten gehad en hadden die onvoldoende of geen blijvend resultaat?
  6. Heb je al langere tijd last van angst- en/of stemmingsklachten die steeds terugkeren?
  7. Heb je last van steeds terugkerende ruzies en spanningen thuis en op je werk?

Als je antwoord op meerdere vragen ja is, dan kan behandeling bij het NPI verstandig zijn. Bespreek dit eerst met je huisarts of je huidige behandelaar. Die kan je verwijzen naar het NPI. Met een verwijsbrief van je huisarts of behandelaar kun je een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek.

Hoe ontstaan persoonlijkheidsproblemen?

De basis voor persoonlijkheidsproblemen ontstaat al op jonge leeftijd. Je persoonlijkheid ontwikkelt zich door een combinatie van je aanleg en je omgeving. Een veilige hechting, de band die in het eerste levensjaar ontstaat tussen ouder en kind, helpt enorm bij alles wat je later meemaakt. Bijvoorbeeld bij plezier in je werk, relaties en vrije tijd. Een veilige hechting helpt ook om makkelijk te herstellen van dingen die gebeuren. Een goede start in je kindertijd is dus belangrijk voor een gezonde basis van je persoonlijkheid.

Persoonlijkheids­problematiek - NPI (1)

Goede start: veilig, verzorgd en geliefd

Een goede start wil zeggen dat je je als klein kind al veilig, verzorgd en geliefd voelt. Hierdoor bouw je vertrouwen op in jezelf en in anderen. Een goede start helpt je om met je emoties te leren omgaan en erover te kunnen nadenken. En om te begrijpen welke gevoelens andere mensen hebben. Daardoor kun je goed met jezelf en met anderen omgaan.

Problemen door onveiligheid

In sommige gezinnen is het helaas onveilig. Bijvoorbeeld door heftige gebeurtenissen zoals mishandeling of misbruik. Of doordat belangrijke verzorgers (zoals je ouders) lange tijd onvoorspelbaar of afwezig zijn. Dit kan meewerken bij het ontstaan van persoonlijkheidsproblemen.

Kinderen en jongeren die niet veilig zijn gehecht, hebben vaak terugkerende angst- en stemmingsklachten en blijvende gedragsproblemen. Het gaat dan vaak ook op verschillende gebieden niet goed: school en opleiding, thuis, in je vrije tijd, in het contact met leeftijdgenoten. Na je twintigste, als je je eigen leven gaat leiden, val je vaak onbedoeld terug in patronen die je als kind hebt aangeleerd.

Hulp voor volwassenen én kinderen

Bij het NPI helpen we volwassenen met persoonlijkheidsproblemen, en ook kinderen waarbij persoonlijkheidsproblemen lijken te ontstaan. Kinderen en jongeren kunnen nog vrij makkelijk veranderen. Door kinderen al te behandelen, kunnen we grotere problemen later voorkomen. Behandeling is ook belangrijk voor anderen. Want hechtingsproblemen (en dus het risico op persoonlijkheidsproblemen) worden vaak van generatie op generatie doorgegeven.

Wanneer kan een kind naar het NPI?

Kinderen en jongeren kunnen verschillende emotionele problemen hebben. Sommigen voelen zich angstig, geremd of onzeker. Anderen zijn eerder somber, ongelukkig, boos en raken overspoeld door gevoelens, of voelen zich juist verdoofd. Ook een combinatie van deze klachten komt vaak voor. Deze problemen kun je op verschillende manieren merken. Bijvoorbeeld door ruzies thuis, problemen op school, problemen in relaties met leeftijdsgenoten of vrienden en problemen in gedrag.

Heeft je kind een emotioneel probleem? Of ben je tussen de 12 en 23 jaar en heb je last van een emotioneel probleem? Het NPI heeft een speciale afdeling NPI Jeugd. Hier onderzoeken en behandelen we kinderen en jongeren van 12 tot 23 jaar.

Hoe bepalen we of je een persoonlijkheidsstoornis hebt?

We gaan heel zorgvuldig te werk om te onderzoeken of je klachten passen bij de diagnose persoonlijkheidsproblematiek en welke behandeling nodig is. Soms zijn er wel klachten, maar is een persoonlijkheidsdiagnose en intensieve behandeling niet nodig. Dan denken we mee over andere passende behandeling.

De officiële kenmerken

Om te kunnen zeggen of je een persoonlijkheidsstoornis hebt, moet je voldoen aan de kenmerken uit het handboek DSM5. Hierin staan alle psychische stoornissen die ze in de meeste landen kennen, en hoe je ze herkent: het soort ervaringen, belevingen, gedragingen en/of eigenschappen.We kijken daarom eerst of we een persoonlijkheidsstoornis uit de DSM5 bij je kunnen vaststellen. Dat is nodig om te bepalen welke behandeling je nodig hebt. Je ziektekostenverzekeraar heeft die informatie ook nodig.

Belangrijkste knelpunten

Voor de behandelaar is het ook nog heel belangrijk om veel preciezer te weten wat er aan de hand is. We bespreken daarom ook altijd met je wat de belangrijkste knelpunten zijn in bijvoorbeeld je relaties, hoe je over je zelf denkt, wat je voelt en ervaart bij stress, enzovoort. Zo kun je samen aan verbetering werken.

Soorten persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheids­problematiek - NPI (2)

De verschillende persoonlijkheidsstoornissen zijn ingedeeld in drie groepen: cluster A, cluster B en cluster C. Er zijn ook mensen met persoonlijkheidsstoornissen die niet zijn in te delen in één van deze drie groepen.

Zij hebben bijvoorbeeld kenmerken van twee of meer persoonlijkheidsstoornissen, maar voldoen niet helemaal aan alle kenmerken van één van de stoornissen.

Dit wordt in DSM5 cluster NAO genoemd (Niet Anderszins Omschreven). In de praktijk komt dit het meeste voor.

Cluster A persoonlijkheidsstoornissen

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis in cluster A komen vaak vreemd of apart over. Ze hebben weinig contact met anderen, leven vaak alleen en zoeken niet gauw psychische hulp.

Cluster A bestaat uit drie persoonlijkheidsstoornissen:

  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis (wantrouwig, waardoor je denkt dat anderen slechte bedoelingen hebben).
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis (afstandelijk in relaties met anderen en weinig manieren om je emoties te laten zien).
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis (je voelt je direct ongemakkelijk in intieme relaties, met vreemd gedrag en vervormingen in je denken of hoe je iets ervaart).

Cluster B persoonlijkheidsstoornissen

Mensen met een cluster B persoonlijkheidsstoornis zijn dramatisch, emotioneel, impulsief en vinden het vaak moeilijk om controle te hebben over de gedachten en emoties die in hen opkomen. Ze doen vaak dingen plotseling en zonder nadenken, proberen snel hun wil voor elkaar te krijgen en zijn slecht in het onderhouden van relaties. Ze houden weinig of geen rekening met hun eigen veiligheid en die van anderen. Daardoor kunnen anderen negatief op hen reageren.

Cluster B bestaat uit 4 persoonlijkheidsstoornissen:

  • Borderline persoonlijkheidsstoornis (moeilijke relaties met anderen, negatief denken over jezelf en je gevoelens en impulsief).
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis (geen respect voor de grenzen en rechten van anderen).
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis (jezelf geweldig vinden, bewondering willen en je niet kunnen inleven in een ander).
  • Histrionische persoonlijkheidsstoornis (extreem emotioneel zijn en aandacht vragen).

Cluster C persoonlijkheidsstoornissen

Mensen met een cluster C persoonlijkheidsstoornis zijn angstig. Ze zijn bang om relaties aan te gaan of juist mensen te verliezen en gaan daarom sociale contacten en strijd uit de weg. Ze hebben last van dwanghandelingen en kunnen niet goed zelfstandig leven. Mensen met een cluster C persoonlijkheidsstoornis kunnen zich vaak beter aanpassen aan het dagelijkse leven dan mensen met cluster A en B persoonlijkheidsstoornissen.

Cluster C bestaat uit drie persoonlijkheidsstoornissen:

  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis (onderdanig en sterk aanhankelijk gedrag door een overdreven wens om te worden verzorgd).
  • Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (geremd en verlegen in sociaal contact, het gevoel dat niet genoeg doet en overgevoelig voor een negatief oordeel).
  • Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis (steeds maar denken dat alles precies op orde en perfect moet zijn en alles onder controle willen hebben).
Persoonlijkheids­problematiek - NPI (2024)

FAQs

How to score the neuropsychiatric inventory questionnaire? ›

Neuropsychiatric symptoms are rated by the caregiver within a domain in terms of both frequency (1=rarely, less than once per week; 2=sometimes, about once per week; 3=often, several times per week; and 4=very often, once or more per day) and severity (1=mild; 2=moderate; 3=severe), thus yielding a composite symptom ...

What is the NPI questionnaire? ›

The NPI-Q is designed to be a self-administered questionnaire completed by informants about patients for whom they care. Each of the 12 NPI-Q domains contains a survey question that reflects cardinal symptoms of that domain. Initial responses to each domain question are "Yes" (present) or "No" (absent).

What is the maximum score for NPI? ›

The scores obtained in each of the two dimensions are then multiplied (Frequency × Severity = 12 points maximum), and the result obtained provides the NPI-NH total score (144 points maximum) derived from the sum of all the behavioral domains.

What is the algorithm for NPI? ›

Ten-digit NPI numbers may be validated using the Luhn algorithm by prefixing "80840" to the 10-digit number.

How is the NPI scored? ›

A total NPI score can be calculated by adding the scores of the first 10 domain scores together. If the two neurovegetative items are included, specify that the 12 item score is being used rather than the 10 item score. The distress score is not included in the total NPI core.

What is the NPI Q score range? ›

Possible NPI-Q answers are; 'yes/no' (screening questions) and 'mild'' = score 1, 'moderate'= 2 and 'severe'= 3 (severity assessment). The minimum score is 0, the maximum 36.

What is a high score on the NPI? ›

... Those individuals who scored above 20 points from the available 40 points of NPI-40 Inventory were considered to be having higher levels of Subclinical Narcissism and prone to exhibit socially dislikeable personality traits and those who scored less than and equal to 15 were considered normal.

What is the NPI rule? ›

The NPI is a unique identification number for covered health care providers. Covered health care providers and all health plans and health care clearinghouses must use the NPIs in the administrative and financial transactions adopted under HIPAA.

What is the NPI neuropsychiatric interview? ›

The Neuropsychiatric Inventory Questionnaire (NPI-Q) is an informant-based interview that assesses neuropsychiatric symptoms of the participant over the previous month. NOTE THAT FOR ANY PARTICIPANT WHO BRINGS AN INFORMANT WITH HIM/HER TO THE VISIT, THE NPI IS TO BE ADMINISTERED TO THE INFORMANT.

What is a low score on the NPI test? ›

Indeed, low scores on the NPI may be comorbid with other psychological characteristics such as low self-esteem, anxiety and/or depression, which have been shown to be related to a reduced sense of agency (Barlow, 1991; Keeton et al., 2008; Obhi et al., 2012, 2013).

What is a normal NPI score? ›

Each NPi measurement taken is rated on a scale ranging from 0 to 4.9. A score equal to or above 3 means that the pupil measurement falls within the boundaries of normal pupil behavior as defined by the NPi. However, a value closer to 4.9 is more normal data than a value closer to 3.

What are the two types of NPI? ›

NPI Type: There are two types of NPI numbers. Type 1 NPIs are assigned to individual providers. Type 2 NPIs are assigned to organizational providers.

How do I calculate my NPI? ›

NPI = maximum invasive cancer size (S) × 0.2 + lymph node stage (LN = 1, 2, or 3) + histological grade (H = 1, 2, or 3). Patients were grouped into four categories according to the NPI score: I (excellent) ≤2.4; II (good) >2.4 but ≤3.4; III (moderate) >3.4 but ≤5.4; and IV (poor) >5.4.

How should NPI data be collected? ›

The NPI will be embedded in the barcode data on the attendee's badge—it will NOT be printed on the badge. Solutions providers will download the NPI information by scanning the badge with a lead retrieval system so that they can record and track any reportable transactions.

What is an example of NPI data? ›

NPI is any personally identifiable financial information that is collected by a financial institution “in connection with providing a financial product or service.” Name, address, purchase histories, and credit reports are all considered NPI under specified circumstances.

How do you score the BDI test? ›

It is composed of 21 questions. Each question is scored on a 4‐point scale ranging from no impairment (0) to severe impairment (3). The maximum score is 63; a cut‐off score indicative of mild depressive symptoms is greater than 10 and for severe depressive symptoms is greater than 30.

How to score neurobehavioral symptom inventory? ›

The severity of each symptom on the Neurobehavioral Symptom Inventory (NSI) is measured using a 5-item scale (0-none to 4-very severe) that asks patients to indicate the extent to which each symptom has disturbed them in the previous 2 weeks. The NSI total score is the sum of severity ratings of the 22 symptoms.

How to score the NEO Personality Inventory? ›

The NEO FFI includes self-descriptive statements that participants respond to using a 1 (strongly disagree) to 5 (strongly agree) Likert-type scale. Scores for each domain are calculated by summing the 12 item responses.

How is the MSE scored? ›

The Mini-Mental State of Folstein et al. (1975) is perhaps the most widely used "short, portable" mental status test. This is a 30-point test with 10 points devoted to orientation, 3 to registration, 5 to calculation, 3 to short-term memory, 8 to language function, and 1 to constructional ability.

References

Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Fr. Dewey Fisher

Last Updated:

Views: 6269

Rating: 4.1 / 5 (42 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Fr. Dewey Fisher

Birthday: 1993-03-26

Address: 917 Hyun Views, Rogahnmouth, KY 91013-8827

Phone: +5938540192553

Job: Administration Developer

Hobby: Embroidery, Horseback riding, Juggling, Urban exploration, Skiing, Cycling, Handball

Introduction: My name is Fr. Dewey Fisher, I am a powerful, open, faithful, combative, spotless, faithful, fair person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.